De basis van het nieuwe vermogensbelastingstelsel dat op 1 januari 2027 moet ingaan, is dat we voortaan geen belasting meer betalen over het fictieve rendement van ons vermogen, maar over het werkelijke rendement. En dat is eerlijker.
Nadeel voor succesvolle beleggers
Maar aan de plannen kleeft voor succesvolle beleggers minstens één heel groot nadeel. Als belegger moet je straks belasting betalen over de waardeontwikkeling van jouw aandelen. Dus over de rendementen op papier. Je hebt nog geen cash verdiend, maar moet toch al afrekenen met de fiscus. Maar daarover later meer.
Hoe zijn nu de regels rond de vermogensbelasting in box 3?
In het huidige systeem wordt op aangifte inkomstenbelasting ons vermogen in box 3 belast op basis van een fictief rendement. Als jouw totale vermogen minder is dan € 57.000, betaal je geen vermogensbelasting. Fiscaal partners hebben een gezamenlijke vrijstelling van € 114.000. Kom je boven dit zogeheten heffingsvrije vermogen, dan wil de fiscus geld zien.
Anno 2024 gaat de Belastingdienst ervan uit dat jij met jouw spaargeld 1,03 procent rendement kunt behalen, met jouw beleggingen 6,04 procent en 2,47 procent met jouw schulden. Over die fictieve winsten betaal je 36 procent over het belastingjaar 2024.
Onvrede onder belastingplichtigen
Dit systeem van belasting heffen over een forfaitair rendement staat al jarenlang ter discussie en heeft geleid tot veel onvrede onder belastingplichtigen. Vooral omdat het zelden recht doet aan de werkelijke rendementen die mensen op hun vermogen behalen.
Uitspraak Hoge Raad
Een goed voorbeeld is het teleurstellende beursjaar 2022. Toen kelderden de aandelen gemiddeld met zo’n 20 procent. Toch moesten beleggers 31 procent belasting betalen over een fictief positief rendement van 5,53 procent. Niet eerlijk, vond ook de rechter. Na verschillende rechtszaken, waaronder een spraakmakende uitspraak van de Hoge Raad in 2021, is besloten dat er vanaf 2026 een nieuw stelsel komt voor de heffing in box 3.
Wat gaat er veranderen?
Het nieuwe stelsel wordt gebaseerd op het werkelijke rendement dat belastingplichtigen op hun vermogen behalen. Het heffingsvrij vermogen vervalt en daar komt een heffingsvrij inkomen voor in de plaats. Er zullen in box 3 twee verschillende soorten inkomsten belast gaan worden.
Directe box 3 inkomsten
Hieronder vallen bijvoorbeeld ontvangen rente op spaargeld, dividend bij aandelen maar ook huurinkomsten van bijvoorbeeld een vakantiewoning.
Indirecte inkomsten
Dit is de winst door waardegroei van jouw vermogen. Hierbij maakt de Belastingdienst straks onderscheid tussen ongerealiseerde winst (vermogensaanwasbelasting) en gerealiseerde winst (vermogenswinstbelasting).
Wat is vermogensaanwasbelasting?
Je betaalt straks belasting over de toegenomen waarde van jouw vermogen in dat jaar. Wanneer bijvoorbeeld – zoals eerder genoemd – jouw aandelen flink in waarde stijgen, moet je over die groei belasting gaan betalen. Terwijl je daar cash nog geen cent aan hebt verdiend. Misschien moet je straks wel aandelen verkopen om genoeg liquide middelen te hebben om de fiscus te kunnen betalen.
Wat is vermogenswinstbelasting?
In deze categorie gaat het vaak om uitzonderingssituaties. Hierin wordt belasting geheven op het moment dat iets wel daadwerkelijk is verkocht, zoals bij onroerende zaken of aandelen in een familiebedrijf of een start-up. Deze heffing heeft dus alleen betrekking op de verkoop en niet op tussentijdse waardegroei.
Gunstig voor spaarders
Voor spaarders is het nieuwe systeem over het algemeen gunstiger dan het huidige. Nu wordt in box 3 uitgegaan van een fictief rendement op spaargeld dat meestal hoger is dan de werkelijke rente die banken bieden. Dit betekent dat spaarders nu vaak meer belasting betalen dan redelijk is op basis van hun werkelijke rendement.
Lage spaarrentes
Vanaf 2026 wordt spaargeld belast op basis van het daadwerkelijk behaalde rendement. Gezien de lage spaarrentes van de afgelopen jaren, zal dit waarschijnlijk leiden tot een lagere belastingdruk voor spaarders. Dit kan vooral gunstig zijn voor mensen die een groot deel van hun vermogen in spaargeld aanhouden.
Ongunstig voor beleggers
Beleggers, vooral degenen die investeren in aandelen, beleggingsfondsen of onroerend goed, komen onder het nieuwe systeem minder gunstig uit. Zij zullen over het algemeen een hogere belastingdruk merken.
Meer onzekerheid
Hoewel het in slechte beursjaren betekent dat beleggers minder vermogensbelasting betalen dan nu, leidt dat in jaren met hoge rendementen tot een hogere belastingaanslag. De volatiliteit van beleggingsrendementen betekent dat de belastingdruk jaarlijks sterk fluctueert, wat voor beleggers meer onzekerheid met zich meebrengt.
Aftrekbare kosten
Voor beleggers zitten er ook voordelen aan het nieuwe systeem: bepaalde kosten worden fiscaal aftrekbaar. Onder meer transactiekosten en bank- en beheerkosten mag je van de belasting aftrekken.
Verliesverrekening
Nog een voordeel aan het nieuwe systeem: vanaf 2027 kun je jouw verliesgevende jaren verrekenen. Stel dat je in 2027 verlies op de beurs lijdt van € 5000 en je hebt het jaar erop juist een positief rendement van € 5000. Dan mag je dat verlies uit 2027 verrekenen met de winst van 2028. Je betaalt beide jaren in box 3 over deze beleggingen dus geen vermogensbelasting.
Hoe wordt het werkelijke box 3 rendement bepaald?
Een van de grootste uitdagingen bij de invoering van het nieuwe systeem is het bepalen van het werkelijke rendement. Voor spaargelden is dit relatief eenvoudig, aangezien daarbij de werkelijk ontvangen rente wordt belast. Maar bij beleggingen is dit veel complexer omdat het rendement erg kan variëren door koerswinsten of verliezen en ontvangen dividenden.
Slag om de arm
Uit een brief van demissionair staatssecretaris Marnix van Rij aan de Tweede Kamer bleek in het voorjaar van 2024 dat de hervorming van het belastingstelsel ingewikkelder is dan gedacht. Er moeten honderden extra mensen worden aangenomen en de hervormingsplannen leggen een gigantische druk op de huidige IT-systemen.
Zo houdt de overheid nog een kleine slag om de arm. Daarmee is het nog maar de vraag of de nieuwe belastingplannen al in 2027 volledig ingevoerd kunnen worden. Het wordt in ieder geval een flinke dobber voor het nieuwe kabinet.